Dag 11 - Reisverslag uit Samburu, Kenia van Suze Billmann - WaarBenJij.nu Dag 11 - Reisverslag uit Samburu, Kenia van Suze Billmann - WaarBenJij.nu

Dag 11

Door: Suze Billmann

Blijf op de hoogte en volg Suze

14 Mei 2014 | Kenia, Samburu

Jambo,

Woensdagmorgen 14 mei een het is 05.15u als het licht aan gaat. De truck is zo goed als gepakt. Mee gaan 3 tonnen van 20 liter met water om te wassen, afwassen en koken. Dan nog 3 watertonnetjes van  5 liter  met drinkwater.  Er gaan ook nog een paar jerrycans mee met benzine voor de 3 lokale veldmedewerkers van Mary in Samburu. Dan nog de tenten, slaapzakken, 2 koelboxen met levensmiddelen, 2 of 3 tassen met niet bederf onderhevige etenswaren,  gasflessen om te koken en dan nog de tassen met onze eigen persoonlijke spullen. Alles wat in de laadbak is geplaatst is met catrollen goed vastgemaakt. Ginger kan niet mee naar Samburu i.v.m. enerzijds haar eigen veiligheid (ze zal achter wild aanrenen als ze het ziet, en ze is een mooie prooi voor hyena's en cheetahs). Anderzijds omdat we een andere route zullen neme  op de terugweg, nml. door het Samburu National Park. En honden zijn verboden in de NP, i.v.m. ziektes en veiligheid.

Om 07.00u zijn we dan helemaal klaar om te vertrekken. Deze weg hebben we vorig jaar ook gereden en zodra we Nairobi hebben verlaten via Thika-road, wat gelukkig een relatief rustigere weg is, zie je het landschap om je heen veranderen. Het wordt weelderig groen, glooiend en heuvelachtig en je ziet veel agrarische landbouw. Ik vind het heerlijk om de hectiek van de stad, het drukke verkeer en de stank van de uitlaatgassen voor de komende dagen achter me te laten. Ik geniet met volle teugen van wat ik zie, net als vorig jaar. En verwonder me over de hoeveelheid aan verschillende soorten groen er eigenlijk bestaan. En besef tegelijkertijd hoe mooi het is dat ik me nog steeds kan verwonderen over dingen. Dat is een eigenschap die ik ook nooit wil kwijtraken zolang ik mag leven, want er is niets mooiers dan kunnen kijken naar de wereld waarin we leven  met een verwondering.  Alle kinderen kunnen het, alleen raken we dat (voor een groot deel) kwijt als we volwassen worden. En ik prijs me gelukkig dat ik zo nu en dan nog met de ogen van een kind kan kijken naar de wereld waar ik door heen reis op de reis die leven heet en al helemaal als ik reis door nieuwe werelden. 

We komen in de buurt van Mt. Kenya en het uitzicht wordt alleen maar mooier, maar de top van Mt.mKenya is in de wolken gehuld net als vorig jaar. Na ongeveer 5 uur rijden komen we rond het middaguur aan in Nanyuki. Hier zijn we vorig jaar ook gestopt en kan me nog goed herinneren de heerlijke cappuccino die we hier gedronken hebben een dus maken we daar, bij Dorman's, onze lunchstop. We parkeren deauto voorde deurzodat weer een goed zichtop hebben, want hieris niets veilig voor dieven.  Ik ben een een paar foto's bij Dorman's en post ze op Facebook en tag in het bericht Annemiek en Elly met de vraag of ze herkennen waar ik ben. Annemiek reageert niet veel later een weet precies waar ik nu ben. Leuk!

In Nanyuki is een Britse legerbasis gestationeerd en je ziet hier een in de omgeving dan ook veel Britse militairen en mikitaire voertuigen. Ditstadje staat ook wel bekend als een echte expat-stadje. Bij Dorman's zie je dan ook veelal blanke Europeanen. Ik bestel een heerlijke cappuccino en een lekkere warme muffin. Dat is genieten, na bijna anderhalve week alleen maar thee.  De filter koffie die Mary thuis heeft is niet echt lekker en dus heb ik de koffie maar tijdelijk opgegeven. En dan is zo'n grootte kop echte cappuccino een waar genot. Na deze lekkere break,  gaan we nog even naar de supermarkt aan de overkant voor nog een paar boodschapjes en dan is het weer tijd om onze weg te vervolgen.

Ondertussen is het wolkendek opgetrokken en hebben we volledig zicht op de prachtige Mt. Kenya. Hoogte is geloof ik iets van een dikke 5000m met op de top de eeuwige sneeuw. Mary heeft hem jaren geleden samen met een vriendin beklommen.  We kletsen veel onderweg en Mary heeft ook veel verhalen te vertrekken en informatie te delen. Ze vertelde het droevige verhaal van de bergklim die ze maakte met een bevriend echtpaar op Mt. Kenya. De man, genaamd Simon, heeft deze trektocht niet overleefd. ze wisten alle 3 dat ze tijdens deze tocht een stuk door het territorium van een buffel zouden lopen en namen dat risico. En het pakte niet goed uit. Simon werd aangevallen door de buffel, het gevaarlijkste beest van de big five. Als een buffel je op de hoorns krijgt is je kans op overleving nihil. Als je in de bush een buffel tegenkomt dan moet je direct plat op de grond gaan liggen. Hij kan dan niet met zijn hoorns aan je komen. Hij kan wel over je heen denderen en dat kan je heel wat gebroken botten opleveren, maar dat is nog altijd beter dan dood. Een buffel staat het ene moment rustig en stil en het volgende moment valt ie in razernij aan. Simon was niet op slaag dood, maar vanbeen bij arm was alleen nog maar spierweefsel zichtbaar, alle vel was weg,  ernstig rugleuning en een slagaderlijke bloeding in zijn been. ZowelmMary als de vrouw van Simon wetenn hoe te reanimeren en hebben medische kennis.Het duurde met dan 2 uur voordat de treindienst arriveerde en tot die tijd hebben ze hem in leven weten te houden.  Maar op de terugweg liggend op de brancard,  is hij overleden. Dit is nu 10 jaar gelden.  Een aangrijpend verhaal.
Ondertussen komen we in de buurt van Meru en dat betekent ook dat we auto's zwaar overladen met miraa op topsnelheid over de weg zien razen richting Nairobi.  Miraa is een drug, soort qat, waarop mensen kauwen.  Na uren en uren kauwen, komen ze in een staat waarop ze onbeperkte energie hebben en gevoel afgestompt wordt, dagen achter elkaar door kunnen gaan en het  hongergevoel verdwijnt. Het is zeer goedkoop en geliefd bij de armen, want hierdoor voelen ze de honger niet en kunnen ze lang achter elkaar doorwerken, alsook bij mikitairen. Somalië is een veelgebruikte en grote afnemer.  Aangezien deze drug op gewicht wordt verkocht,  is het van belang om het spul zo snel mogelijk na pluk op de plaats van bestemming te krijgen.  En dus razen deze auto's over de weg. Bijna alle wegen hier zijn 2 baans; 1 baan voor opgaand en 1 voor afgaand verkeer. Daarnaar gaat het hier ook nog flink bergop en af. Dan zijn er voor opgaand verkeer overigens wel 2 banen. En dus als er een vrachauto, bus of matatu voor je zit,  zit er niets anders op dan in te halen. Enb deze miraa-auto's doen dat zeer roekeloos. Ze moeten per dag 2 ritten naar Nairobi maken, time is money. Achter deze drugstransportauto rijdt altijd een backup auto, voor het geval dat de auto met de drugs in een ongeluk verwikkeld raakt,  dan kunnen de drugs omgeladen worden en kan de rit vervolgd worden.  De toestand van de bestuurder en bijrijder van de verongelukte auto is van ondergeschikt belang. Want zoals al gezegd,  time is money. Ik ben blij als we bij de splitsing Isiolo - Meru komen en wij richting Isiolo moeten en de Miraa-auto's ons dus niet meer tegemoet komen. Ik kan leukere manieren bedenken om te sterven.

In Nairobi Isiolo stoppen we kort om te tanken en dan even later rijden we het mooie en ruige Samburu-gebied in. Ik bekruipt alles wat ik zie en weet nog precies waar we vorig jaar gestopt zijn om houtskool te kopen bij Turkans, een andere stam dan de Samburu die zich meer en meer in het Samburu gebied aan het vestigen zijn. En dan passeren we Archer's point. Daar vlakbij bij een  politiepost hebben we vorig jaar 2 gewapende rangers opgepikt om ons te begeleiden naar het verder weg gelegen Maralal en voor 3 dagen bij ons te blijven in deze regio. In die politiepost trof ik toen een baby gerenuk (soort gazelle met een zeer lange nek) aan die ik daar toen de fles nog heb gegeven en op de arm heb gehad. Geweldige herinnering.  De rangers waren voor onze veiligheid i.v.m. ongeregeldheden en soms zelfs oorlog tussen de verschillende stammen. wij vonden dat torn nogal wat overdreven,  zo leek het. Morgen zal ik er echter achter komen,  dat van overdrijven geen enkele sprake is,  integendeel. 

Even na Archer's Point, draaien we van de geasfalteerde wegv af door links een weg in te gaan bezaaid met losse kleine stenen, liggend  harde bruine stoffige aarde. Alles aan zowel onszelf als ook de auto trilt. Dit is rijden door de bush in een droog, dor, stoffig, maar o zo mooi landschap. En je komt hier nauwelijks ander verkeer tegen.  We rijdrn ruim 2,5 uur door deze desolate omgeving en komen 4 of 5 Britste legerjeeps in konvooi tegen en een paar lorry's ( vrachtauto's) met in de laadbak werklui. ook zien we zo nu en dan wat impala's en dikdiks. Het uitzicht over de enorme vlaktes met de prachtige typische accacia trees en in de verte kleine bergen die zich aftekenen aan de horizon. Ik geniet!  We rijden door het gebied Barsilinga. Dat is ook de naam van 1 van mijn adoptie olifantjes. Hij is in dit gebied gevonden en gered door de KWS en The David Sheldrick Wildlife Trust. De olifant krijgt altijd als naam de naam van het gebied waarin hij gered is. En vind het dus wel bijzonder om nu door Barsilinga's reddingsgebied te rijden.

We rijden door een markt met veel Samburu's die daar in- en verkopen hebben gedaan en sommigen hebben wat diep in het glaasje gekeken. Mary herkent verschillende Samburu's en zij haar en ook Soulh, een van haar veldmedewerkers, is daar een ik schud hem de hand. We zijn ondertussen omsingeld door Samburu mannen en vrouwen en het voelt even enigszins intimiderend. Een vrouw vraagt of ze een lift kan krijgen en Mary zegt dat het prima is,  maar vervolgens hebben we 7 mannen en vrouwen met hun spullen in de laadbak zitten en dat is toch echt teveel.  Mary praat met Soulh en hij vertelt de mensen achterin welke kant wij opgaan en dat mensen die niet die kant uitmoeten uit de laadbak moeten komen.  En dat doen ze ook keurig. En dan rijden we verder en tot mijn verbazing zie ik her en der links en rechts verspreid verder van de weg afgelegen midden in de bush,  manyattas. De huizen van de Samburu's. De hoogte van de huizen komt mij tot borsthoogte. Er zitten geen ramen in, alleen een deur en de bovenkant is afgedekt met  zwart plastic. Het moet loeiheet zijn daarbinnen en je kunt er niet staan. Deze mensen leven samen met hun vee (koeien en geiten) echt in de bush tussen het wildlife met alle uitdagingen die dat met zich meebrengt. En daarom is het project dat Mary hier 4 jaar geleden is gestart zo belangrijk. Haar 3 veldmedewerkers patrouilleren dagelijks, brengen de soort en aantallen van de welke wilde dieren ze zien in kaart (met gps coördinaten), alsook de sporen en uitwerpselen. Daarnaastv zijn zij voor de  ook het eerste aanspreekpunt in het geval sprake is van conflicten tussen wildlife en de herders en hun vee. Ze proberen de geboden te bedaren,  de herders en boeren ervan te weerhouden cheetahs, hyena's,  leeuwen en luipaarden te doden en ze bewust te maken van het feit dat ze hun vee tijdens het hoeden goed bij elkaar moeten houden en moeten zorgen voor een goede omheining als hun vee nachts op stal staat. En ook hier lopen een tweetal projecten met camera monitoring en night light guards. En het blijkt een succesvol concept te zijn, althans dat hebben de eerste onderzoeken uitgewezen. Maar dieren raken ook gewend aan bepaalde afschrikmiddelen, waardoor het effect in de loop van de tijd afneemt.  En dus moet inventief met de afschrikmiddelen worden omgegaan. We stoppen diverse keren om mensen te droppen en we pikken onderweg ook weer nieuwe mensen op die onderweg naar huis zijn. En ondertussen valt er een voor het doe gebied een zeer welkome regenbui.  
Rond 16.00u arriveren we bij het basiskamp van ACK in Meibae, gelegen in een conservationarea (natuurbeschermingsgebied). Dit is gelegen bovenop een rots immense rots en aan beide zijde heb je hier een magnifiek uitzicht. Weids zo ver als het oog reikt met aan de horizon bergen en gehele.  Wauw. We verblijven op het basiskamp van de rangers van dit gebied. Met het gevoel van veiligheid zit het hier in het ieder geval wel goed.  Er verblijven minimaal 6 gewapende rangers dag en nacht hier.  In dit gebied zijn in het totaal 25 rangers actief en de grootste strijd die zij leveren is tegen de stropers. Een gewapende oorlog tegen het stropen van wild voor bushmeat en ivoor. En indirect ook een oorlog tegen terrorisme,  aangezien Al Shabaab en Al Qaida in de Afrikaanse landen deels met geld verkregen uit de ivoorhandel gefinancierd worden.

We laden de auto uit en zetten onze tenten op onder een rieten dak en binnen een heuphoge muur met twee open ingangen. Zo staan onze tenten in het ieder geval permanent in de schaduw en onze proviand ook. Ik zie dikdiks in de nabij  gelegen bush en ben een gelukkig mens hier te mogen zijn.
Ik maak kennis met Lentaam, ook een veldmedewerker van Mary, een Samburu warrior net als de andere 2, Soulh en Moses. Samburu jongens worden op hun 14e een warrior oftewel een Morrèn. Zij zijn dit gedurende 15 jaar en mogen in die periode niet eten in het bijzijn van een vrouw, of dat nu hun moeder,  zus, nicht, een  bekende of vreemde vrouw is. Samburu mogen ook geen kip en eieren eten. Zij verblijven gedurende die jaren op verschillende plaatsen in de bush en moeten vrij van angst zijn en alle gevaren die het leven in de bush met zich meebrengt weten te trotseren.  Er zijn vele niveaus in het krijgerschap en op een van die niveaus moeten zij volledig en  met de hand een koe slachten, niet iets wat je zomaar even doet,  wantv rubberen zijn groot en sterk en laten zich niet als een mak schaap slachten Zij zijn Morrèn tot hun 30ste levensjaar en pas als zij krijger af zijn,  mogen zij trouwen.  
Zij hebben ook een  krijgerstenue, hetgeen er prachtig uitziet. Een handgemaakt groot krijgersmes, een speer, een wit doek voor om de borst,  kralenketting, een indrukwekkende veren hoofdtooi met allerlei versieringen. Mary heeft tegen Lentaam gezegd dat hij er als hij voor haar werkt volledig vrij in is  of hij zich wel of niet in zijn krijgerstenue wilt kleden. Lentaam kiest er dan ook voor om zijn krijgerstenue alleen bij bijzondere gelegenheden aan te doen. Maar evengoed is hij als een traditionele Samburuman gekleed in een lange doek/rok en daarop een shirt of trui, zijn mes op de heup en een lange smalle stok in de hand.  Hij is 23 jaar.
Mary en ik lopen naar het eind van de rots en gaan zitten op de warme stenen. Onder ons strekt de immense weidse vlakte zich voor ons uit en aan de horizon begint de zon weg te zakken achter de wolken en de bergen. Een adembenemend uitzicht en een prachtplek op aarde.  In bij een  rots naast ons zitten een aantal hyraxen (soort marmotten) naar ons te kijken en horen de rood gebekte hornbill zingen. We drinken als sundowner een lekker glas rode wijn en snacken chips. Als de zon onder is en ik me omdraai, zie ik achter me de volle maan,  zo laag en zo groot dat ik hem bijna aan kan raken. Wauw!
We lopen terug naar ons kamp en beginnen met de voorvereidingen voor het eten. Lentaam zal met ons mee eten. Hij eet wel gewoon kip net als velen van zijn generatie. Ook hier blijven niet bij alle tadities behouden, maar geeft de nieuwe generatie er zijn eigen draai aan. En zo hoort het ook. Stilstand is achteruitgang en elke generatie zal naar eer en geweten zelf vorm moeten geven aan hun geloof en cultuur en de tradities inpassen in het huidige tijdsbeeld.

En dan krijgen we bezoek van een prachtige genet(kat). Ik ben er vorig jaar in ons kamp in Samburu ook een gezien en ze zijn nieuwsgierig en niet bang.  En dan komt er nog een, volgens Mary zijn het moeder en dochter.  De moeder is enigszins schuw. Ik probeer haar te lokken en doop haar met twee namen 'Beauty' en 'Genny'. Mary zegt me haar niet te mogen voeren, maar is zelf de eerste die haar eigen regel overtreedt. Yeah right. En dus krijgt Genny van mij wat kaas  en tijdens het eten kip. Het zijn per slot van rekening carnivoren.  Ik vind het geweldig om dit prachtige beest naast mee op de grond te hebben. Love the wildlife.
Na het eten en het afruimen van de tafel, kruip ik op tijd mijn tent in. Morgenvroeg is het om 06.00u opstaan en om half 8, na het ontbijt, met Lentaam mee op patrouille,  te voet door de bush. En ik zal vannacht nog wel diverse keren wakker worden van allerlei bushgeluiden. Spannend en toch ook wel soms een beetje eng dat verblijven in de bush, maar ik vind het geweldig en voel tot in elke vezel dat ik leef!

Kwaheri,
Suus

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Suze

About me: Adventurer, traveller, philosopher, enjoying life, adopted 3 elephants in Kenya, 1 cheetah in Namibia and a sheep in the Netherlands, communicator, spontanious, enthousiastic, ICT - functional application manager, passionated, writer (blogger). Interested in: Africa, wildlife, animals in general, nature, photography, art, other cultures, Asia, laughing, people, travelling, adventure, eating good food, drink wine and meanwhile have inspiring conversations with interesting people, cooking, my 3 cats, sports.... Personal philosophy: Live life with great passion, routine is lethal, so encounter the adventure as often as possible. 'Normality is a paved road. It's comfortable to walk, but no flowers will grow on it' - Vincent van Gogh

Actief sinds 12 Maart 2014
Verslag gelezen: 113
Totaal aantal bezoekers 6514

Voorgaande reizen:

Landen bezocht: